25 februari 2011

Nieuwe intelligentietest: de I.S.T.

In het februari 2011-nummer van Talent, het Nederlandse tijdschrift over hoogbegaafdheid, wordt een nieuwe IQ-test besproken: De IST, of Intelligentie Structuur Test, in oorsprong een Duitse test die nu vertaald is in het Nederalnds, Deens, Engels, Slowaaks, Tjechisch, Hongaars, Russisch en Italiaans.

Talent vroeg intelligentieonderzoeker Jan te Nijenhuis om de test te beoordelen. Zijn bespreking leest u in Talent. Te Nijenhuis besluit dat de IST een prima test is. Andere reacties van experts: Professor Heins-Martin Süss van de Universiteit van Magdeburg raadt wel aan om de test niet te gebruiken om het onderscheid in de IQ-range 130-160 te bepalen, maar wel om simpelweg de diagnose wel/niet hoogbegaafd te stellen.

De test wordt uitgegeven door Hogrefe. Op de website vind je ook een voorbeeldrapport.

In scholen waar gedifferentieerd onderwijs wordt gegeven dringt de vraag naar een intelligentieonderzoek zich meestal niet op. Gedifferentieerd onderwijs betekent dat rekening gehouden wordt met alle kinderen in de klas: zowel met kinderen die meer tijd nodig hebben om leerstof te verwerken als met kinderen die de leerstof heel snel kunnen verwerken. Het ene kind vraagt meer oefentijd, een ander kind heeft met een korte instructie genoeg en heeft minder herhaling nodig.
Vooral in scholen waar van kinderen wordt verwacht dat ze allen samen, als groep dezelfde leerdoelen bereiken wil men al eens een eerst een "bewijs", een "diagnose" vooraleer men bereid is af te wijken van de gebruikte methodes. Voor een bewijs gaat men dan aankloppen bij psychologen, privé en in het CLB en vraagt de school zelf naar een intelligentieonderzoek.
In het geval van vermoeden van hoogbegaafdheid zijn het dus meestal niet de ouders zelf die op zoek zijn naar een etiket, maar menen ze in veel gevallen dat een bewijs nodig is vooraleer een leerkracht bereid is, de klaspraktijk af te stemmen op de mogelijkheden van hun kind. In andere gevallen zijn het de leerkrachten die willen weten of een kind in hun klas "nu wel of niet hoogbegaafd is" en wordt die vraag gesteld aan het CLB.

Het CLB van haar kant wil dan geen intelligentieonderzoek doen als de school, de leerkracht niet kan aantonen dat er al inspanningen zijn geleverd om problemen die ontstaan zijn te verhelpen door vb. het aanpassen van het eigen didactisch handelen. Meestal komt de vraag naar een intelligentieonderzoek er ook pas nadat een kind al problemen heeft op school: vb. onderpresteert, gedemotiveerd is, lastig gedrag vertoont, of depressief is.

Als een intelligentieonderzoek uitwijst dat een kind hoogbegaafd is, verwacht iedereen, ouders, clb, het kind zelf, dat er wel aanpassingen gebeuren, afgestemd op het potentieel denk- en leervermogen van een kind. Waarom dan niet meteen, vanaf de eerste kleuterklas zoeken naar een geschikte didactiek om elk kind de mogelijkheid te geven om te leren? Ook de kleuters met een leervoorsprong?

En wat als het kind op een IQ-test, een score haalt van 124, of 127? "Net niet hoogbegaafd" wordt al eens gezegd. Het zal je maar overkomen als daardoor geen aangepast onderwijs meer mogelijk is.

0 reacties:

  © Blogger templates Inspiration by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP